woensdag 9 juli 2025

It's a bird now

 Gisteren moest ik even naar de opticien.

Iets met computerbril, ouder worden en andere glazen.

Ik was Ommer Bissingh vergeten. Jaarlijks vanaf begin juli elke dinsdag thematische gezelligheid met markt, muziek, en veel mensen. Dus de auto verderop (fiets in reparatie!) en over de markt naar de winkel van Voor Zien.

Op de terugweg zag ik het t-shirt.

Voorop Bert van Sesamstraat maar dan als Vincent van Gogh: baardje, raar oortje maar met bekende wijde lach. Er stond onder: “Bert van Gogh”.

Bijna meteen gingen mijn handen naar het rek om te kijken of er ook een 3XL was en of het lang genoeg voor Bert was. Oh… die zou hij leuk vinden…. En PATS. Het shirt viel op de grond en ik huilde.

Nou, zei de vrouw bij de kraam, zo erg is het niet hoor, we hangen ‘m gewoon weer op.

Gauw de zonnebril op en verder.

Hoe die man in mijn lijf zit. In mijn vingers, in mijn hoofd.

En hoe dat dan zijn eigen weg gaat. Onvoorspelbaar. Onvoorstelbaar.

Die man was knetter op gekke t-shirts. Zijn Bob Ross-shirts, zijn Johnny Cash, Beavis en Butthead, als het maar grappig was en onverwacht bij zo’n grote kerel.



Zijn meest geweldige moment ever had hij in een vakantie waarin ik met mijn leuke Kaffe Fassetthoedje de show steelde. Overal kreeg ik er complimenten voor.

Hij maakte er vette grappen over.

Tot we bij Lake Tahoe waren en Bovenkamp in zijn Bob Ross-shirt met mij naar de kabelbaan liep. We kwamen een jonge kerel tegen die bijna tegen Bert aanliep en zei “Dude! Your shirt! Where did you buy it!” Hij wilde er persé ook eentje, want hij had de kunstacademie gedaan en schilderde zelf. Op de academie hadden ze les gehad over Bob Ross, waarbij hij een paper had geschreven over de video’s van Bob Ross. Er ontspon zich een gesprek waar manlief van genoot, over hoe hij altijd Bob Ross keek na een avond stappen met de jongens, om weer een beetje tot rust te komen. Hoe wij regelmatig tegen elkaar zeiden “Yeah, its a bird now” als er een foutje gemaakt was en we hadden het opgelost. De jongen vond het helemaal geweldig.

De rest van de dag moest ik hem "Dude" noemen. En Dude bleef erbij dat deze éne erkenning van zijn kunstenaarsziel toch veel meer zei dan dat handwerkhoedje van mij… Met die grijns van hem.. 



Gekke t-shirts.

Ze liggen nog steeds in de kast. Keurig op de stapel. Hij hield zo van zijn t-shirts.  

Ik van hem.

Zodoende kom ik vandaag tot de was, een boodschap, en twee dutjes. En deze blog.

Ode aan Bob Ross.

Maar bovenal aan Bert. My one and only.

Die van alle foutjes vogels maakte.

 

 

donderdag 29 mei 2025

Briefje op Hemelvaart

 Na onze eerste reis naar Amerika maakten Bert en ik een aantal reizen binnen Europa.

We verkenden Tsjechië en Slowakije.

We zagen prachtige kleine houten kerkjes richting de Poolse grens, maakten mooie bergbeklimmingen, bezochten kastelen, kloosters en ouderwetse kuuroorden.

Eén daarvan was Bardejovske Kupele.

Ver naar het oosten toe. Het ging er hard aan toe, in dat kuuroord. De massages leken op een behandeling van een schnitzel bij de slager. Het baden ging volgens vaste regels, en het ritueel rondom dat baden leek haast een ouderwetse James Bondfilm, met vierkante mevrouwen in witte jassen en een slagershoedje op.

Ergens in die omgeving bezochten we een stadje met een prachtig plein. Er stond een hoge toren. Bert wilde er natuurlijk op. Ik ook wel, maar het was zo’n hele nare smalle trap, met versleten treden, en een donkerte waar ik eng van werd…

Ik wacht wel beneden, zei ik. Ik zat lekker op het bankje in de zon onder de toren toen ik Bert hoorde roepen.

“Kom nou!” riep hij.

“Ik durf niet!” riep ik.

“Ik gooi wat naar beneden, vangen!” en de daad bij het woord voegend zeilde er wat naar beneden.

Het was een briefje om een munt heen gevouwen.


Dat briefje vond ik vanmorgen terug in een oude portefeuille van mijzelf. Mijn oog viel erop terwijl ik de was ophing.

Pas geleden was ik achter de schuine kantjes op zolder bezig om een paar DVD’s te zoeken. In één van de dozen lagen wat losse spullen die ik naast me neerlegde op de vloer. Toen ik gevonden had wat ik zocht was ik de portefeuille al vergeten.

Vanmorgen dacht ik, wie weet, zit er nog wat geld in.

Nou, dat niet. Wat ik wel zag was veel kostbaarder.


Om te beginnen dit kaartje wat hij mij gaf toen ik in een burn-out zat. “Stop maar in je portemonnee”, zei hij. Dat had ik dus gedaan.

Nog wat lieve herinnerdingen: een toegangskaartje voor het Mercedesmuseum in Stuttgart uit 2017, een van de fijnste weekenden die we hadden met onze club.


Maar het allermooiste was dat briefje. Op de achterkant van het kaartje voor een houten kerk in Dukla. Ik zag me meteen weer staan, daar op dat plein. Omhoog kijkend naar die lieve stralende man die riep “Het is zo mooi hier!” Ik heb het maar gedaan, met angst en beven. Omdat hij het zei. Omdat hij mij bij zich wilde hebben om dat mooie uitzicht samen te delen. Hij was trots op mij. Ik een beetje boos op hem, want het was echt wel toch wel eng.

Toen ik het briefje vanmorgen las, liepen de tranen onmiddellijk over mijn wangen.

Wat een tekst, om op Hemelvaart tegen te komen.


Gisteren was het precies een half jaar geleden dat hij een weg ging die ik niet kan volgen.

Maar wat een boodschap geeft hij mij. Hij blijft mij moedig maken.

Hij is vast trots op mij. En ik, een beetje boos op hem. Op die weg kan ik hem niet volgen.

Ik moet mijn eigen weg gaan.


Het is wel te doen. 

Er is licht genoeg. En er zijn plekken waar ik er even ‘uit kan” voor lucht.

En het wordt breder. 

Hubbie heeft gelijk. 

In mijn hoofd hoor ik hem lachen. 

Hij had namelijk altijd gelijk. 

Tuurlijk!