De rode hoodie, verhaal van een lievelingskledingstuk.
Meer dan tien jaar geleden reisden we weer eens door
Amerika.
Deze keer langs Route 66. Het was lang niet zo warm als we
dachten en Bert wilde iets warms kopen om aan te doen. Niet zo gemakkelijk te
vinden, met zijn toen nog maat 6xl…
Gelukkig was er bij een tankstation een wat uitgebreider
winkeltje. Met grote t-shirts en hoodies.
Zelfs in de goede maat, met extra lange mouwen, en nog rood
ook.
Hij deed ‘m meteen aan en bijna niet meer uit.
Wat was die man gek op zijn rooie hoodie. Ik moest hem zowat omkopen om het ding op z’n tijd eens te wassen. Als ik ‘m gestreken aan hem teruggaf, zo van de plank, nog lekker warm, leek hij op een kind dat zijn lievelingsknuffel aanpakte.
Je kon hem er in uittekenen.
Toen de maagverkleining kwam en hij enorm afviel was het
eigenlijk geen gezicht meer. Ik vond dat het niet meer kon. Daar had hij geen
boodschap aan. Hij ging wel op zoek naar een nieuwe rooie hoodie maar haast had
ie er niet mee.
Hij droeg ‘m vooral binnen. Hij koesterde zich erin, en toen hij en ik echt afvielen, konden we er samen in. De rits ging dan achter mijn rug dicht. En dan begon het klieren, want hij had me en liet me niet meer gaan. Het eindigde meestal met de slappe lach samen. Ik ontsnapte onderdoor.
Een jaar of twee terug ging de rits stuk. Hij was er
daadwerkelijk verdrietig over. Ik zei, dan nu tijd voor een one way ticket de
kliko in? Of ik niet goed bij mijn hoofd was. De hoodie bleef, dus.
Vooral bij het gamen, maar ook als hij zich de laatste tijd
niet lekker voelde dan ging de hoodie aan.
Toen hij naar het ziekenhuis ging had hij een andere jas aan.
De rooie bleef thuis. Aan de burostoel.
En hij hangt er nog. Net als toen Bert nog leefde, knuffel
ik af en toe de burostoel.
Toen met Bert en al, nu met alleen de rooie hoodie.
Zo blij, dat die er tenminste nog is.