zaterdag 25 oktober 2025

rouwbrein

 

Wat moet je zeggen als mensen vragen hoe het met je gaat?

Voor mij is het afhankelijk van een aantal dingen: met wie praat ik? Hoe is mijn eigen stemming? Waar zijn we?

Soms geef ik dus nietszeggende antwoorden als “op en af” of “ zoals te verwachten valt” of gewoon domweg “goed hoor”.

Als ik merk dat degene met wie ik praat zelf teveel op zijn/ haar bordje heeft dan houd ik ‘m neutraal.

Als ik merk dat degene met wie ik praat echt wil weten en kan horen hoe het gaat, vertel ik iets meer.

Dan kan het best zijn dat je even een verhaal voor je kiezen krijgt van hoe het met mij gaat.

Dat het in de grote lijn wel vooruit gaat, maar dat er dagen zijn dat ik mij er toe moet zetten om onder de douche te gaan. Dagen dat ik na 20 minuten aan een rapport werken, dat allang af had gemoeten, de rest wel kan schudden. Dan zegt mijn rouwbrein, ‘wat dacht je nou zelf’.

En dan is het die dag niet mogelijk om naast boodschappen en Netflixen iets anders te doen.

Omdat mijn hoofd bij Bert is.

Daar zijn we dan.

Wil je weten hoe het gaat?


Ik denk voortdurend aan vorig jaar. Hoe ziek hij was. Dat hij steeds minder kon eten, en drinken amper ging. Dat hij erge pijn had, en het liefst maar op bed lag. En dat mijn onmacht door het dak ging. En het is bijna zover dat ik hem voor de PET scan naar het ziekenhuis bracht, om hem nooit meer thuis te krijgen.

Nog maar een goeie maand, en dan is zijn sterfdag.

Hoe gaat het met me.

Ik heb huilbuien, een rouwbrein, en ook goeie dagen waarop het wel lukt.

Het is moeilijk. Ik doe mijn best. Ik ben een work in progress.

 

maandag 20 oktober 2025

Zachtheid



Je stuurt me zachtheid, denk ik, als ik dat veertje zie.

Zachtheid met tranen.

Soms een vogel, dan een vlinder, nu een veertje.

In de stilte van zo’n ogenblik verbind ik mij met jou.

 

Het is een moeilijke tijd.

Ik denk mij vaak terug naar vorig jaar.

De pijn, het verdriet.

Die ontzettende dappere houding van je: de trap op en af zonder je voeten te gebruiken en daar dan ook nog een grap over maken.

Ik merk nu pas hoe snel het ging, dit proces, steeds minder eten, geen koffie meer verdragen.

Elke dag de zuster voor de wonden, de akeligheid daarvan.

 

Mijn onvermogen, mijn onhandigheid.

En dan toch die liefde in je ogen.

Je zachtheid.

Bijna aan het einde nog even naar buiten.

Ogen dicht, en toch die liefde op je gezicht…

 

Tot het einde toe.

Zacht, liefdevol, zo sterk.

Hoe ik je mis…

maandag 22 september 2025

gat

 

Het gat in mijn ziel

Soms groter dan mijn huid

De leegte van die grote man

Ik pas er niet omheen

 

Ik zie het in de spiegel bij het opstaan in mijn ogen

Zichtbaar, daar.

 

Nog geen tranen, geen geluid

Leegte alleen

 

Dit schreef ik een kleine twee maand terug. Ik herinnerde het mij van een jaar terug: in de auto van huis naar hospice en weer terug. Gemis.

Eerlijk gezegd ben ik blij dat ik die auto niet meer heb. Er zit zo ontzettend veel verdriet in, onverdraaglijk. Maar ach. Let's be real he. Dat zit ook in mij.


 En, wat ik steeds meer waarneem, ook in anderen. Gemis.

"Mag ik met jou samen naar Bert? Ik wil graag weten waar hij is..."

Ik merk het in de clubs waar hij zich bij had aangesloten. Gemis. 

We merken allemaal wat hij bracht: vooral zijn verbindende en activerende rol wordt gemist. Zijn GIF-jes, zijn lieve manier van klieren, zijn humor. Zijn aansporing, zijn initiatieven. 

Ik merk het aan de manier waarop mensen bijna naast mij kijken. Het lijkt wel of ze een gat waarnemen. Waar bij mij ondertussen een soort van gewenning optreedt, zagen vrienden, zijn collega's, onze familie hem niet elke dag. De confrontatie met mij is meteen een confrontatie met hun eigen leegte en gemis. Het is soms zo erg dat mensen er niet over kunnen praten. En uit contact gaan. Gelukkig zijn er genoeg die er voor mij zijn, zodat we er voor elkaar kunnen zijn. Het is zo machteloos om verdriet bij een ander waar te nemen en er niets mee te kunnen doen.

Wat hij betekende voor anderen: ik kan het niet opvullen, al zou ik het nog zo graag willen. Dat luisterende oor, zijn kalmerende en relativerende vermogens. Zijn begrip. 

Die leegte is een vreselijk spook. Er is geen troosten tegen. Ik kijk naar dat spook, en denk, wat zou ik jou graag een enorme rotschop verkopen. Maar je weet het, een spook is leeg. Als je leegte  een rotschop verkoopt rol je ondersteboven. En dat doet alleen maar zeer. 

Ik pas er niet alleen niet omheen, ik kan er ook niet omheen. 

Ik heb het ermee te doen. 



zondag 17 augustus 2025

Ruinerwold en het ontbrekende vaantje

 

Ruinerwold en het ontbrekende vaantje

Dit jaar was hij er voor het eerst niet bij, mijn man.

Oldtimerdag Ruinerwold… vanaf 2011, het jaar nadat Bert zijn droomauto had aangeschaft, waren wij erbij. Meestal met een serie andere Mercedessen, want hij had al snel contacten met andere Mercedes liefhebbers. Zijn eerste meeting was bij Marco Kraan, waar hij meteen Engelsman Nik Greene uit Frankrijk ontmoette. Nik had die W126 500 SEL, die Bert ook wilde kopen. Ze waren meteen dikke vrienden.

De liefde voor auto’s is Bert met de paplepel ingegoten. Toen zijn vader wist dat zijn eerste kind een zoon was, kocht hij een Ferrari voor hem. Hij leerde wat later dat ook het onderhoud erbij hoorde 😊


In zijn puberteit had hij twee droomauto’s op posters aan de muur van zijn kamertje. Een Lamborghini Countagh (die uit Miami Vice) èn een Mercedes W 126. 

Hij groeide al snel op en uit, in die puberteit. Hij paste lang niet in alle auto’s en hij realiseerde zich dat die Lamborghini het wel niet zou worden…


Toen hij rond 2007, 2008, over de aanschaf van een oldtimer begon, was ik benieuwd. Zelf ook behept met het oldtimervirus, aangestoken door de Snoek die mijn vader voor zijn werk had gereden, vond ik die Mercedes die hij me liet zien erg chic. We spraken af dat het zijn hobby was, en dat hij dus ook moest zorgen voor voldoende geld voor aanschaf èn onderhoud… want handige handjes had hij niet echt…

Toen die bak er was… de man was de koning te rijk. En eerlijk is eerlijk, ik ook. Het heerlijke V8 geluid, niet te evenaren toch.

We reden met de club overal heen. Een bezoek aan Stuttgart, het Mercedesmuseum bijvoorbeeld.

De oldtimerdag in Ruinerwold bezochten we dan voor het eerst in 2011. En we waren volkomen verkocht. De sfeer, de auto’s, de toertocht met mensen langs de berm, alles even leuk. We verheugden ons elk jaar weer. Hij had bewondering voor hoe “ze” het regelden: “Het hele dorp moet wel meedoen”, zei hij, “als je ziet hoeveel mensen er op de been zijn, en dan degenen die je niet ziet maar wel hard werken!”

Door de auto kwam hij nog eens ergens. Zijn vriend Nik vroeg of hij met hem mee wilde om voor hem te vertalen in de museale archieven: Nik was bezig met een boek over “das Auto” en hij sprak geen Duits… Bert kwam er razend enthousiast van terug. Later was er een nog geweldiger weekeinde waarin Nik de ontwerper van “das Auto” mocht interviewen: Bruno Sacco! Bert mocht mee.

In 2023 hoorden we, nèt voor de oldtimerdag, dat het rare vlekje op zijn voetzool een acraal melanoom was. Het moest zo snel mogelijk geopereerd worden. Het liefst meteen. Maar ja… hij wilde wel naar Ruinerwold. De dinsdag daarna was de eerste operatie. Er volgden nog twee, en het leek goed te gaan. Een half jaar heeft hij aan conditie gewerkt, ondersteund door immuuntherapie. We waren hoopvol. In 2024, weer voor de oldtimerdag, kwam het terug. Hij had een raar bultje op zijn enkel gezien, en er kwamen er snel meer bij. Hij had pijn, die dag in Ruinerwold. Maar met een paar paracetamol had hij het toch erg naar zijn zin.

Het ging daarna heel snel verkeerd. Eind oktober bracht ik hem voor een petscan naar het ziekenhuis, en hij is niet meer thuis geweest. Vier weken later was hij uit de tijd.

Ik hield de auto, onze Grijze Dame. Ze staat nu op mijn naam. Ik kreeg als opdracht van hem mee dat ik er nieuwe herinneringen mee moest maken. Dat doe ik. Tripjes naar familie, met familie, het maakt me echt gelukkig.

Ik gaf me op voor de oldtimerdag. In de voorbereiding de auto poetsen, aftanken, en zorgen dat alle vaantjes klaarlagen voor de hoedenplank. Dat deed Bert ook altijd. Tot mijn verbazing zag ik dat 2024 ontbrak. Echt gek. Hij haalde ze altijd, juist omdat hij dat zo leuk vond, op de hoedenplank. Ik dacht, hij heeft vast pijn gehad of het was hem te ver lopen. Ik vond het akelig.

Terwijl we het dorp inreden, met een groep Mercedessen op rij, was het er weer: het enthousiasme van altijd. Het veld op, de auto netjes neerzetten, de matjes netjes leggen en de kussens op de stoelen, de Wackeldackel rechtop, en de vaantjes eromheen… toch jammer…

Maar ik dacht, weet je wat, ik ga straks vragen of ze er nog eentje hebben bij de organisatie.

Dat deed ik. Bij het aanmelden vroeg ik het aan Claudia, die mijn gegevens noteerde en haar best ging doen. Zo lief, dacht ik!

Ik stond in de hamburgerrij toen ze ik zag dat ze gebeld had. Gauw terugbellen en echt. Ze had er een voor me. Van een vriend, die er toch niks mee deed… Ze kwam hem nog brengen ook.

Naast met Claudia, had ik er ondertussen ook met andere mensen over gesproken. Mensen die kwamen kijken bij onze mooie auto, de gordijntjes erin, de kussens. Een mevrouw kwam later terug en vroeg mijn telefoonnummer want, zei ze, ik heb dat vaantje nog wel liggen en jij mag hem hebben…

Wat ik niet wist, was dat een van onze Mercedesvrienden de zijne voor mij had meegenomen… Hij vertelde het pas toen ik het vaantje van Claudia liet zien…

Ik vind het iedere keer weer geweldig, oldtimerdag Ruinerwold.

Door Claudia’s actie heb ik de vaantjes compleet. Geen ‘gat’ tussen de vaantjes.

Ik vind het tekenend voor de oldtimerdag Ruinerwold. Al die geweldige vrijwilligers, die kan ik niet persoonlijk bedanken.

Claudia wel. Je hebt mijn dag gemaakt meid. Dankjewel.


dinsdag 12 augustus 2025

verhaal van een lievelingskledingstuk...

 

De rode hoodie, verhaal van een lievelingskledingstuk.

Meer dan tien jaar geleden reisden we weer eens door Amerika.

Deze keer langs Route 66. Het was lang niet zo warm als we dachten en Bert wilde iets warms kopen om aan te doen. Niet zo gemakkelijk te vinden, met zijn toen nog maat 6xl…

Gelukkig was er bij een tankstation een wat uitgebreider winkeltje. Met grote t-shirts en hoodies.

Zelfs in de goede maat, met extra lange mouwen, en nog rood ook.


Hij deed ‘m meteen aan en bijna niet meer uit.


Wat was die man gek op zijn rooie hoodie. Ik moest hem zowat omkopen om het ding op z’n tijd eens te wassen. Als ik ‘m gestreken aan hem teruggaf, zo van de plank, nog lekker warm, leek hij op een kind dat zijn lievelingsknuffel aanpakte.

Je kon hem er in uittekenen.



Toen de maagverkleining kwam en hij enorm afviel was het eigenlijk geen gezicht meer. Ik vond dat het niet meer kon. Daar had hij geen boodschap aan. Hij ging wel op zoek naar een nieuwe rooie hoodie maar haast had ie er niet mee.


Hij droeg ‘m vooral binnen. Hij koesterde zich erin, en toen hij en ik echt afvielen, konden we er samen in. De rits ging dan achter mijn rug dicht. En dan begon het klieren, want hij had me en liet me niet meer gaan. Het eindigde meestal met de slappe lach samen. Ik ontsnapte onderdoor.



Een jaar of twee terug ging de rits stuk. Hij was er daadwerkelijk verdrietig over. Ik zei, dan nu tijd voor een one way ticket de kliko in? Of ik niet goed bij mijn hoofd was. De hoodie bleef, dus.

Vooral bij het gamen, maar ook als hij zich de laatste tijd niet lekker voelde dan ging de hoodie aan.

Toen hij naar het ziekenhuis ging had hij een andere jas aan. De rooie bleef thuis. Aan de burostoel.

En hij hangt er nog. Net als toen Bert nog leefde, knuffel ik af en toe de burostoel.



Toen met Bert en al, nu met alleen de rooie hoodie.

Zo blij, dat die er tenminste nog is.

woensdag 23 juli 2025

Broodje herstel

Zijn gevoel voor humor ging gepaard met een groot taalgevoel.

Beiden stonden op mijn verlanglijstje voor een man.

Hij scoorde dus meteen bij de eerste ontmoeting al punten, door goeie taalgrappen te maken.

De laatste tijd merk ik dat ik aan het herstellen ben: het allerdiepste verdriet komt nog maar zelden voor. Ik ben wel weer iets sneller moe en dus ook sneller emotioneel nu het werk weer begonnen is.

Het brein moet duidelijk even wennen. Waar het voeren van gesprekken en het stellen van dieptevragen geen enkel probleem is, merk ik dat het schrijven van het rapport dat volgt op het assessment meer tijd en meer hersteltijd vraagt. Na een stuk schrijven is het op, en moet ik echt wat anders gaan doen. Soms een dutje, soms een fietstocht of alvast het eten klaarmaken voor later.

Ik vind dat eerlijk gezegd niet leuk. Het valt me tegen van de kop. Waar ik wel alweer aardig goed kon lezen is dit zeker een ander stukje brein ofzo. Niet zo lief, zeg ik tegen dat stukje.

Maar ik neem het wel serieus. Op is op, en ik ben niet in staat om dan toch door te gaan. Het gaat niet. Dus, weg bij de computer. Goed voor mezelf zorgen helpt: op tijd naar bed, gezonde dingen eten zoals noten en avocado. Goede vetten, breinvoer. Rust.

Na zo’n dag moeizaam tikken en zoeken naar de juiste vormen van formuleren had ik er behoefte aan om even bij Berts’ graf te kijken voor een beetje rust.

Het was helemaal ondersteboven gehaald. Na onderzoek bleek dat een dier zijn leger had gemaakt in de nog zachte bosgrond. Na de eerste emotionele reactie, die echt hevig was, werd alles geweldig opgelost door het personeel van Hoogengraven.

Hij was altijd al aantrekkelijk voor dieren, ik dacht het, mijn broer zei het… Ik moest er vreselijk om lachen. Het paste helemaal in de lijn van zijn humor.

Toch had ik even een paar dagen nodig om te herstellen. Brein was ff weg, zeg maar.

Gisteren was een dag dat het schrijven goed lukte. Ik heb mijzelf getrakteerd met een fietstocht en een ijsje bij Ekkelenkamp, waar vroeger bijna al onze fietstochten op miraculeuze wijze eindigden…


Vieren wat er te vieren valt vrouwtje, zei hij dan. Al is het alleen maar dat jij zo lief bent. Waarop ik hem ervan beschuldigde mij de verantwoordelijkheid te geven voor zijn behoefte aan ijsjes…

Vanmiddag bij het maken van mijn lunch schoot ik ineens in de lach door de herinnering aan zijn benaming van zo’n lekker broodje kip met avocado… Broodje hulkvet, noemde hij het.



Het maakt mij blij dat ik zijn humor en zijn taalgevoel weer kan handelen zonder tranen.

Broodje herstel, dus…

 

woensdag 9 juli 2025

It's a bird now

 Gisteren moest ik even naar de opticien.

Iets met computerbril, ouder worden en andere glazen.

Ik was Ommer Bissingh vergeten. Jaarlijks vanaf begin juli elke dinsdag thematische gezelligheid met markt, muziek, en veel mensen. Dus de auto verderop (fiets in reparatie!) en over de markt naar de winkel van Voor Zien.

Op de terugweg zag ik het t-shirt.

Voorop Bert van Sesamstraat maar dan als Vincent van Gogh: baardje, raar oortje maar met bekende wijde lach. Er stond onder: “Bert van Gogh”.

Bijna meteen gingen mijn handen naar het rek om te kijken of er ook een 3XL was en of het lang genoeg voor Bert was. Oh… die zou hij leuk vinden…. En PATS. Het shirt viel op de grond en ik huilde.

Nou, zei de vrouw bij de kraam, zo erg is het niet hoor, we hangen ‘m gewoon weer op.

Gauw de zonnebril op en verder.

Hoe die man in mijn lijf zit. In mijn vingers, in mijn hoofd.

En hoe dat dan zijn eigen weg gaat. Onvoorspelbaar. Onvoorstelbaar.

Die man was knetter op gekke t-shirts. Zijn Bob Ross-shirts, zijn Johnny Cash, Beavis en Butthead, als het maar grappig was en onverwacht bij zo’n grote kerel.



Zijn meest geweldige moment ever had hij in een vakantie waarin ik met mijn leuke Kaffe Fassetthoedje de show steelde. Overal kreeg ik er complimenten voor.

Hij maakte er vette grappen over.

Tot we bij Lake Tahoe waren en Bovenkamp in zijn Bob Ross-shirt met mij naar de kabelbaan liep. We kwamen een jonge kerel tegen die bijna tegen Bert aanliep en zei “Dude! Your shirt! Where did you buy it!” Hij wilde er persé ook eentje, want hij had de kunstacademie gedaan en schilderde zelf. Op de academie hadden ze les gehad over Bob Ross, waarbij hij een paper had geschreven over de video’s van Bob Ross. Er ontspon zich een gesprek waar manlief van genoot, over hoe hij altijd Bob Ross keek na een avond stappen met de jongens, om weer een beetje tot rust te komen. Hoe wij regelmatig tegen elkaar zeiden “Yeah, its a bird now” als er een foutje gemaakt was en we hadden het opgelost. De jongen vond het helemaal geweldig.

De rest van de dag moest ik hem "Dude" noemen. En Dude bleef erbij dat deze éne erkenning van zijn kunstenaarsziel toch veel meer zei dan dat handwerkhoedje van mij… Met die grijns van hem.. 



Gekke t-shirts.

Ze liggen nog steeds in de kast. Keurig op de stapel. Hij hield zo van zijn t-shirts.  

Ik van hem.

Zodoende kom ik vandaag tot de was, een boodschap, en twee dutjes. En deze blog.

Ode aan Bob Ross.

Maar bovenal aan Bert. My one and only.

Die van alle foutjes vogels maakte.