“Wat een vaag stuk” denk ik, terwijl ik kijk naar wat er in
de vide van museum De Fundatie hangt.
Ik ben met mijn vriendin Kristen in Zwolle. Ze is een paar
dagen over uit Amerika.
We ‘doen’ de Fundatie vanwege de tentoonstelling van
Marianne von Werefkin, impressionistisch schilder. Haar prachtige werken raken
me meteen. Vergelijkingen, vragen, tijd nemen om die vragen samen te bespreken,
heel erg fijn.
De tentoonstelling beslaat twee vleugels die verbonden zijn
door de vide.
En opnieuw kijk ik naar dat vage stuk. Het lijken wel
panties aan elkaar geknoopt. Ik ben benieuwd naar de uitleg en zie de tekst die
erbij hoort. Het heet Xi-xi, maan.
Als altijd nieuwsgierig naar materiaal, zie ik al gauw dat er zowel Nederlands als Zuidamerikaans katoen is gebruikt, geverfd met zuurzakbladeren. Het inheemse katoen wordt ook wel ‘de zijde van Zuid-Amerika’ genoemd, of het ‘witte goud van Peru’. Van oudsher wordt het gebruikt om stoffen mee te maken, voor rituelen en volksgeneeskunde.
De kunstenaar, Cristina Flores Pescoràn, lees ik daarna pas,
heeft met dit werk een conceptuele röntgenfoto willen maken van haar binnenste.
Het werk is onderdeel van haar poging om weer in contact te komen met haar
erfgoed.
Met dit ‘zelfportret’ belicht ze onvertelde verhalen en confronteert ze haar trauma’s die zijn voortgekomen uit haar zestien jaar lange strijd met huidkanker.
En dat komt binnen.
Dat is allerminst vaag.
Hoewel manlief nu 'pas' anderhalf jaar te maken heeft
met huidkanker, begrijp ik waarom het zowel vaag, als scherp, als hard en zacht
is. Het is goud, het is fout. Het is mooi, vies, smerig op sommige plekken. En toch
ook van een bijzonder soort kwetsbare schoonheid.
Alles wat wij ook ervaren.
De operaties vorig jaar, de vervelende consequenties daarvan. De terugkeer, met de pijn, het ziek zijn van de behandeling die bedoeld is om je beter te maken, de afhankelijkheid en de moeheid. Het verbindende van weer een volgende stap maken in je eigen schaduwen, ontdekken van oude overlevingspatronen en die samen bespreken en oplossen.
Goud, zilver en brons. We
winnen het allemaal.
Ondanks alles de diepe verbondenheid, in de vage verwachting
en de spanning voor weer nieuwe uitslagen.
Vanmorgen loop ik even de tuin in. Ik maak, zoals altijd,
foto’s van mijn bloemen.
Half oktober, en wat bloeit er veel. In tegenstelling tot anders, krijg ik geen scherpe beelden.
Het past wel bij deze periode. Toch zijn ze, in al hun fragiliteit, wel mooi.
Vaag is het. Fragiel. Hoofd, hart, toekomst.
We weten het niet. Maar mooi is het toch. Soms.