dinsdag 11 juni 2024

The way out

 The way out

Het heeft me altijd geboeid.

Wat beweegt mensen om een bepaald pad te kiezen?

Ik las “Het verrotte leven van Floortje Bloem”, van Yvonne Keuls. Ik was 13. Aan het einde van het boek zegt ze “Ik doe steeds dingen omdat een ander het wil”. Dat resoneerde ergens diep in mij.

Films als “Christiane F.” maakten diepe indruk. Maar ook Gandhi, The Color Purple en Yentl, waarbij de psychologische invulling van de ‘coming-of-age’ naar voren kwam vond ik heel erg inspirerend.

De keus voor de theologieopleiding was voor mij een logische: zoeken naar zin, zoeken naar hoger en dieper. Naar ‘hoe kan ik mensen recht doen en aan het licht laten komen’.

De diepere laag, zingeving, waar kom jij je bed voor uit.

Het is dan ook een onlosmakelijk thema in de begeleiding die ik bied. 

Nou is het vrij gemakkelijk om de vraag te stellen “Waar kom jij je bed voor uit”.

Vaak is er wel iets. Soms ook niets.

Bij ‘iets’ kun je dat dan naar boven halen, in het licht zetten, aandacht geven, tot er meer van komt.

Niet zo ingewikkeld, want alleen al het benoemen van “ik zie dat je ogen beginnen te stralen als je het erover hebt” is vaak al voldoende om een uurtje luisterplezier te beleven.

 

Bij ‘niets’ is er soms leegte. Waar is de zin? Waar het licht? Wat moet je doen?

Vaak kies ik voor even stilte. Als het echt te lang duurt, vraag ik weleens “Wat doet dit met je?” Ik ben niet blind hoor… meestal zie ik wel beweging in het gezicht of in het lichaam. 

Met iemand meegaan in de leegte, geen gemakkelijke stap. In de leegte van de ander, ontmoet je soms ook eigen leegte. Al of niet voorbij.

 

Bij één van mijn cliënten was die beweging te zien. De lippen naar beneden, een trekken in de kin. Ik liet de stilte nog even duren. Hij vroeg “Waarom zeg je niks, ik kan niet tegen die stilte”. Ik vroeg hem wat er dan gebeurde.

Hij fluisterde ‘dan komt die gedachte’. Hardop uitspreken ging niet.

“Je mag mij vertellen wat je kwijt wilt, niets moet, alles mag” zei ik, ook zachtjes.

“Maar wat ga jij dan doen? Word je boos? Kun je die gedachte wel horen? De vorige kon dat niet, die had gezegd dat dat niet mocht van God. Maar daar geloof ik niet in”. Dit werd bijna boos gezegd.

 

“Ik weet niet wat jij denkt. Maar ik ben niet gauw bang voor gedachten”, zei ik.

Hij moest voor alle zekerheid nog wel even precies weten wat ik dan dacht met betrekking tot God.

Ik gaf aan dat ik niet geloof in een oordelende God, en ook weet wat het is om last te hebben van oordelende mensen. Hij moest lachen.

 

“Ik weet niet hoe ik moet leven”, zei hij. “En soms denk ik dat ik er beter niet kan zijn.”

Ik bleef even stil. Verdriet tekende zijn gezicht.

“Dit is wat ik bij je zie” zei ik, en tekende zijn gezicht. Rimpels en die éne traan.

 

“Mag ik ook tekenen?” vroeg hij.

Natuurlijk mocht dat.

En hij tekende een groot vel vol met donkerblauw, donkergroen en donkergrijs. Hokjes, cirkels, met grote en kleine bewegingen.

Toen het vel bijna vol was, zag ik hem zoeken in de kleuren.

Hij keek mij aan, maar ik dacht, ik zeg mooi niks. Het is jouw werk…

Hij pakte een lichte kleur blauw.

En tekende opzij van het midden een klein lichtblauw poppetje.

 

“Zo.” Zei hij. “Dat is klaar. De volgende keer vertel ik er wel wat over. Nu mag je wel weggaan.”

Ik had mijn kop vol met vragen. Waarom geen zwart? Waarom dat lichte blauw? Was hij dat poppetje? Wat deed dat daar?

 

De week erna lag de tekening op tafel.

“Je hebt vast vragen, hè?”

“Jij kent mij, ik heb er een heleboel! Maar jij vertelt mij maar wat je wilt, ik stel geen vragen. Mooi niet!” Hij moest lachen.

 “Ik ben het lichtblauwe poppetje”, zei hij. “Maar om mij heen, dik donker. Ik heb nagedacht over hoe ik eruit kan komen maar ik weet het niet.”

“Het lijkt ook wel een doolhof”, zei ik. “Als je nou dat lichte blauw nog eens pakt? En dat krijt in je hand gewoon een weg laat zoeken? Niet nadenken, maar gewoon je hand z’n weg laten gaan.”

 

Hij deed het.

Hij moest een paar keer overnieuw beginnen.

Maar hij zou eruit. Ik zag het aan hoe beslist hij tekende.

En het lukte.

 

Ik zag het gebeuren.

“The way out” zei hij.

Grote glimlach bij hem.

Grote glimlach bij mij.

We zijn langzaam aan gaan zoeken naar wat hij graag deed als kind. Daar zijn we begonnen met een nieuw pad. Van daaruit op zoek naar mensen die diezelfde passie hebben, en zo dat doolhof uit. Minder eenzaamheid. Leren over grenzen aangeven. Leren hoe te leven.

“The way out is the way in”, merkte hij laatst op.

“Het leven in”, voegde hij eraan toe.

 

woensdag 22 mei 2024

de boodschappen

 Bij ons thuis doet Bert vaak de boodschappen. 

Dat vind ik fijn.

De supermarkten zijn voor mij namelijk een bron van overprikkeling. Soms vind ik het leuk, maar meestal niet.

Ik ga WEL graag naar boekenwinkels, en af en toe een kledingwinkel of een curiosawinkel, maar supermarkten? 

In Zeewolde was het al net als hier in Ommen: zeker in de zomer volgepakt met toeristen die vanaf de camping hun boodschappen moeten doen en het héél leuk vinden om eens even de plaatselijke supermarkt te bekijken. Onze Jumbo speelt daar handig op in: in het looppad allemaal Ommen-dingen, leuke frutsels, bloemen, wat boeken.

Maar ik word er niet blij van. Je kunt het je vast wel voorstellen: als ik van mijn werk kom na twee of drie cliënten en ik ben moe, dan wil ik niet ook nog die winkel in met allemaal mensen die de winkel eens leuk aan het bekijken zijn. 



Daarom, blij dat Bert het meestal doet.

En als dat een week of wat niet lukt, kijk ik gauw welke winkel het eerst kan bezorgen... 

Achter de computer, in mijn rustige kantoor bedenk ik wat we willen eten, ik check de aanbiedingen, en ik bestel. 

Overmorgen komt er voor een week eten. 

En daarna mag Bert het weer doen!


zondag 12 mei 2024

Hart voor Bart

 

Bart is lid van onze Mercedesclub.

We kennen elkaar al jaren. We zien elkaar bij toertochten, meetings en technische dagen.

Bart is glaskunstenaar. Hij maakt schitterend glas in lood.

Ik ben textielkunstenaar. Bij onze bijeenkomsten spraken we elkaar regelmatig over onze kunstwerken. Dat waas zeer inspirerend.

Een kleine drie jaar terug keek ik ineens vreemd tegen hem aan. Alsof er iets anders aan hem was.

Ik appte die avond om te vragen of hij OK was?

Nee. Bart had de diagnose Parkinson gekregen.

Vreselijk.

Nog een paar jaar functioneerde hij aardig goed. Hij maakte nog steeds prachtige ramen, rustte af en toe wat meer, ging boksen, en was nog steeds vrolijk op de meetings.



Het begon wel wat te drukken. Ook op het gezin.

Dit voorjaar viel Bart van de trap. Hij brak en kneusde van alles. Hij moest naar het ziekenhuis en ineens ging het een heel stuk slechter.

De Parkinson lijkt ineens veel moeilijker te bestrijden, in combinatie met pijn.

De snelle neergang is mensonterend.

De invloed op vrouw, kinderen en kleinkinderen is enorm.

Bart woont (nu) niet thuis, maar in een revalidatiecentrum.

Weliswaar wist het gezin dat dit een keer zou komen: niet meer thuis kon wonen. De steile trappen in het prachtige jaren-30 huis waren voor hem al lastig geworden.

Het gaat mij aan mijn hart: de impact van Parkinson.

Onze flamboyante vriend Bart, kunstenaar, altijd belangstellend.

Ik wil voor hem deze actie starten. Doe jij mee?

Verkoop je eigen kunst, doneer, alles mag. Doneer bij “Hart voor Bart”!

vrijdag 2 februari 2024

Spelen!

Het nieuwe jaar is alweer een maand oud. 

En mijn voornemen om dit jaar met verbinding te werken is alleen maar sterker geworden.

Steeds meer wordt het een rode draad, die ik in mijn werk met cliënten oppak waar het zich voordoet.

Het mooie is dat ik zie hoe mensen ermee aan het werk gaan: ze passen toe waar dat gaat.

In relaties, op het werk, en, wat ik eigenlijk nog meer winst vind, met zichzelf. 

Een nieuwe cliënt zegt, ik ben alleen maar hoofd. Ik wil mijn hart vinden. 

Een ander noemt dat ze graag wil weten hoe het komt dat ze met al haar kundigheid en kwaliteiten alleen maar wil vluchten als mensen boos op haar worden. Door het basisschema van de Transactionele Analyse met haar te bespreken vallen de kwartjes. Ze gaat meer aandacht geven aan haar vrije kind.

Voor mijzelf gaat verbinding ook steeds meer spelen. Goed twee jaar na onze verhuizing naar Ommen sluit ik me aan bij een netwerk voor ZZP-ers en maak daar verbinding. Geholpen door mijn fijne ZZP-fotograaf-buurvrouw. Waar ik vanaf dag 1 verbinding mee had. 

Verbinding en spelen in één zin: ik deed het niet expres maar voor mij is dat essentieel.

Ik geloof heel sterk in spelen. Vaak kijk ik met mensen naar waar ze als kind blij van werden.

Wat deed jij graag? Speelde je liefst buiten? Knutselde je graag? Bouwde je graag met Lego? Las je veel? En vooral: waar is dat gebleven? 

In onze grotemensenwereld vergeten we vaak om te spelen. 

"Spelen is voor kinderen", zeggen we dan met onze grotemensenratio. 

Ik heb er een goeie oplossing voor. Als je het genant vindt om te zeggen dat je speelt, noem je het gewoon anders.  

Als je vroeger veel buiten speelde, ga je lekker wandelen, rennen, fietsen, voetballen. Je werkt als een flink groot mens aan je gezondheid! Niemand die ziet dat er vanbinnen een héél blij kind aan het spelen is. Maar je krijgt er hetzelfde gevoel bij. 

Ik was van de boeken. Als kleine peuter haalde ik ze uit de kast en deed net of ik las. Het boek ondersteboven. Nog steeds lees ik heel graag. Al komt het daar niet zoveel meer van. 

Als kleuter borduurde ik mijn eerste matje. Als kind van 8 leerde ik breien. 

Ik speel graag met stofjes en met wol. In grotemensentaal zeg ik dat ik textielkunstenaar ben. 

Door te spelen word ik blij. Ik raak in een flow, merk dat mijn creativiteit wordt aangesproken (ook omdat ik niet kan meten en wel oplossingen MOET bedenken!) Daardoor praten mijn linker- en rechterhersenhelft beter met elkaar. Verbinding.

Terwijl ik speel maak ik verbinding met mijzelf. Ik denk aan wat ik maak. Welke stoffen? Welke kleuren? Welke vormen? Ik speel. 



En ben gelukkig. In verbinding met mijzelf. 

Speel jij? Vertel!