Het gat in mijn ziel
Soms groter dan mijn huid
De leegte van die grote man
Ik pas er niet omheen
Ik zie het in de spiegel bij het opstaan in mijn ogen
Zichtbaar, daar.
Nog geen tranen, geen geluid
Leegte alleen
Dit schreef ik een kleine twee maand terug. Ik herinnerde het mij van een jaar terug: in de auto van huis naar hospice en weer terug. Gemis.
Eerlijk gezegd ben ik blij dat ik die auto niet meer heb. Er zit zo ontzettend veel verdriet in, onverdraaglijk. Maar ach. Let's be real he. Dat zit ook in mij.
En, wat ik steeds meer waarneem, ook in anderen. Gemis.
"Mag ik met jou samen naar Bert? Ik wil graag weten waar hij is..."
Ik merk het in de clubs waar hij zich bij had aangesloten. Gemis.
We merken allemaal wat hij bracht: vooral zijn verbindende en activerende rol wordt gemist. Zijn GIF-jes, zijn lieve manier van klieren, zijn humor. Zijn aansporing, zijn initiatieven.
Ik merk het aan de manier waarop mensen bijna naast mij kijken. Het lijkt wel of ze een gat waarnemen. Waar bij mij ondertussen een soort van gewenning optreedt, zagen vrienden, zijn collega's, onze familie hem niet elke dag. De confrontatie met mij is meteen een confrontatie met hun eigen leegte en gemis. Het is soms zo erg dat mensen er niet over kunnen praten. En uit contact gaan. Gelukkig zijn er genoeg die er voor mij zijn, zodat we er voor elkaar kunnen zijn. Het is zo machteloos om verdriet bij een ander waar te nemen en er niets mee te kunnen doen.
Wat hij betekende voor anderen: ik kan het niet opvullen, al zou ik het nog zo graag willen. Dat luisterende oor, zijn kalmerende en relativerende vermogens. Zijn begrip.
Die leegte is een vreselijk spook. Er is geen troosten tegen. Ik kijk naar dat spook, en denk, wat zou ik jou graag een enorme rotschop verkopen. Maar je weet het, een spook is leeg. Als je leegte een rotschop verkoopt rol je ondersteboven. En dat doet alleen maar zeer.
Ik pas er niet alleen niet omheen, ik kan er ook niet omheen.
Ik heb het ermee te doen.